Het Delta Kwadrant van het Periodiek Systeem der Argumenten bevat alle zogenoemde tweede-orde predicaatargumenten. De conclusie en premisse van dergelijke argumenten hebben hetzelfde subject (q) en een verschillend predicaat (‘waar’ en Z). Dit betekent dat ze de volgende vorm aannemen:
q is waar, want q is Z
Tweede-orde predicaatargumenten worden nader van elkaar onderscheiden op basis van een identificatie van de typen uitspraken. Door de conclusie en de premisse te labelen als een feitelijke uitspraak (F), waarderende uitspraak (V) of beleidsuitspraak (P), kan elk argument worden gekarakteriseerd als een specifieke combinatie van uitspraken. Voorbeelden van argumenten in dit kwadrant zijn:
het autoriteitsargument ondersteunt een waarde (V) met een feit (F)
het argumentum ad populum ondersteunt een waarde (V) met een feit (F)
het gebondenheidsargument ondersteunt een waarde (V) met een feit (F)
het argumentum ad baculum ondersteunt een beleid (P) met een feit (F)
het utiliteitsargument ondersteunt een waarde (V) met een andere waarde (V)
het schoonheidsargument ondersteunt een waarde (V) met een andere waarde (V)